In dit nummer gaan we in op methoden en de rol hiervan voor begeleidingskundigen en de context waarin zij werken. Dit is vaak onderwerp van gesprek: welke methode? In welke relatie wel of niet? Of is het vooral intuïtie die de boventoon voert? In begeleidingskundige beroepen worden in ieder geval veel methoden aangehaald en ingezet. Supervisie, coaching, teamcoaching, intervisie en organisatiecoaching zijn als methoden niet strak omlijnd en ze kennen allerlei varianten. Dat zorgt ook voor discussie, want wanneer doe je het dan goed? Een vastgelegde methode biedt houvast, maakt zaken eenduidig en overdraagbaar - en kan anderzijds voelen als een keurslijf - en maakt ‘evidenced-based’ onderzoek mogelijk. Elke begeleidingskundige weet ook dat niet alles hetzelfde werkt bij mensen; het vraagt daarom professionele expertise om te kiezen wat je inzet en wanneer.

De bijdragen aan dit nummer hebben alle raakvlakken met het thema methode. Jorren Scherpenisse en Mark van Twist werken in het hoofdartikel verschillende methodologische benaderingen uit. Ze besteden aandacht aan de kritiek en dilemma’s die hieraan verbonden zijn, evenals manieren om daar professioneel mee om te gaan. Louis van Kessel en Sonja Vlaar schreven een artikel over supervisie als methode. Akbar Barani vertelt over ervaringsdeskundigheid. Er zijn ook artikelen over methoden die je als begeleidingskundige kunt inzetten, zoals de ‘stralend falen’-intervisiemethode van Gorry Cleven en het positief en waarderend supervisie geven zoals beschreven door Wiepke de Heij en Marlies Jellema.

Godelieve Kodde zet haar ‘brillen’ op creatieve wijze in om verschillende perspectieven te belichten. De brillen zijn in een kaartenspel verwerkt met foto’s en een tekst; deze kunnen helpen om in- en doorzichten te bewerkstelligen. Noëlle ter Woerds, ten slotte, vertelt over doorbraakcoaching en heeft in haar verhaal een persoonlijke ervaring verwerkt. De bijdragen in dit nummer kunnen gelezen worden als een uitnodiging om te onderzoeken wat de methoden voor jouw werk kunnen betekenen en ze in de praktijk uit te proberen. Met kritische zelfreflectie, een onderzoekende geest en zoekend naar verbinding blijven we voortdurend leren. Zo werken we verder aan de effectiviteit van ons beroep en het welzijn van de klant.

Carole van de Logt en Marlies Jellema