Vanwege de coronacrisis verving de maatschappij fysieke ontmoetingen zoveel mogelijk door digitaal samenkomen. Ook supervisie, als specifieke vorm van begeleiden, moest onvermijdelijk de virtuele ruimte verkennen. Nog steeds kan de auteur daarbij een gevoel van absurditeit bekruipen. Dit artikel is bedoeld als een kleine fenomenologie van supervisie in de virtuele ruimte, waarbij er ruimte is voor het besef verdwaald te zijn. Het is tevens een zoektocht naar handvatten en richtingwijzers.