Volgens de auteur is Het oneindige verhaal van Michael Ende een treffende illustratie van het grondidee van het invoegen van bestaande verhalen (zoals sprookjes en mythische vertellingen) in begeleidingstrajecten. Wat zijn de methodische overwegingen die ten grondslag liggen aan deze vorm van begeleiden? Valt er ook in meer algemene zin iets te zeggen over deze werkwijze?