De opvatting wint terrein dat er substantiële en betekenisvolle verschillen zijn tussen generaties en dat die verschillen ook een rol spelen op de werkvloer. Reden voor organisaties, coaches, consultants en HRM-afdelingen om hierop in te spelen. Maar er is ook kritiek vanuit de wetenschappelijke wereld, omdat er geen empirische data zijn die het bestaan van deze verschillen bewijzen. Voor deze review deden de auteurs een meta-analyse van literatuur die onderzoek beschrijft dat gaat over generatieverschillen in relatie tot drie werkgerelateerde criteria. Interessant zijn vooral de gevonden resultaten en de discussie. De gevonden effecten zijn klein en regelmatig tegengesteld. Er lijkt dus weinig bewijs te zijn voor het idee dat er substantiële en betekenisvolle verschillen zijn tussen generaties, als het gaat om werkgerelateerde criteria. De discussie in het artikel geeft aanknopingspunten om kritisch naar de gevonden resultaten te kijken. Ten eerste zijn de resultaten gebaseerd op relatief weinig onderzoeksgegevens; er zijn eigenlijk maar weinig studies die gaan over generatie-effecten op werkgerelateerde aspecten. Ten tweede gaat het bij de gebruikte studies veelal over cross-sectioneel onderzoek. Bij dit type onderzoek naar generatie-effecten is het vrijwel onmogelijk om alleen generatie-effecten, los van leeftijds- en levensfase-effecten, te onderzoeken. Longitudinale onderzoeken over dit onderwerp zijn zeldzaam. Het artikel geeft een mooi overzicht van wat er onderzocht is, als het gaat om generatie-effecten. En tevens geeft het een beeld van een aantal specifieke vraagstukken die een rol spelen bij dit onderzoek. Vraagstukken die van ons als lezer vragen dat we kritisch lezen en interpreteren.